Schijnveilig

Schijnveilig

Samen keken ze naar de donkere sterrenhemel, wat genoot hij van deze mooie omgeving. Het was nog heerlijk warm en op de achtergrond klonk geroezemoes van mensen. Doelloos staarde Levi voor zich uit. Yana legde haar hand om Levi heen en vroeg: ‘Waar denk je aan?’ Verontwaardigd reageerde Levi: ‘Ik geloof het niet Yana, ik snap niet waarom ik niet met jou mag omgaan van mijn ouders. Het enige wat ik wil, is voor altijd bij jou blijven. Waarom zijn mijn opa en oma vroeger naar deze plaats toe verhuisd terwijl ik niet eens met jou mag omgaan? Het is bekrompen dat ik alleen maar met de jeugd van ons volk mag omgaan.’ Yana keek Levi vol liefde aan, aan alles kon ze merken hoeveel Levi van haar hield. Gelukkig deden haar ouders niet moeilijk omdat ze met Levi omging. ‘Kom we moeten gaan,’ zei Yana en ze pakte de hand van Levi, terwijl ze terugliepen door de schemerige omgeving.

‘Ik heb belangrijk nieuws,’ de vader van Levi liep al pratende het huis binnen. Levi keek ongeïnteresseerd op. De laatste tijd was zijn vader niet weg te slaan bij hun leider. Hij praatte er de hele dag over en was daarom niet verbaasd dat zijn vader alweer met nieuws thuis kwam. ‘Eindelijk zullen we terugkeren naar onze geboortegrond, het gaat nu echt gebeuren,’ ging zijn vader enthousiast verder! ‘We wordt nooit meer uitgebuit, maar we kunnen zelf gaan werken op ons eigen land,’ hij gaf Levi een schouderklop. ‘Besef je dat zoon, dat jij of je broer later de boerderij kunt overnemen, eindelijk weer toekomst voor onze jongeren!’ Levi verstarde, wist zijn vader dan nog steeds niet dat hij niet zat te wachten op een vertrek uit deze prachtige omgeving? Hier wilde hij blijven, samen met Yana en in dit land een prachtige toekomst opbouwen.

Levi gooide een aantal steentjes in het beekje en zag hoe ze naar de bodem zonken. Een aantal weken geleden was dit water opeens helemaal vervuild geweest. De mensen hadden met hun handen in het haar gezeten want ze konden er onmogelijk nog drinkwater van maken. Zijn vader had gezegd dat het een straf was van hun God, maar hij snapte er gewoon helemaal niks van. Neem nu de ouders van Yana, ze zetten zich met hart en ziel in voor hun medemens. Het hele volk van Yana werd gestraft, terwijl zoveel mensen zich beter gedroegen als de mensen van zijn eigen volk. Waarom liet God zulke straffen toe?

Levi was precies op tijd voor het eten en schoof naast zijn broer. Zijn vader begon voor de maaltijd en hij wachtte tot zijn moeder het eten verdeelde over de borden. Dat was ook al zo’n punt waar hij zijn ouders zo bekrompen in vond. Zoveel eten lieten ze links liggen, omdat God dit had verboden. Bij Yana genoot hij van de heerlijke smaakvolle maaltijden. Terwijl hij met een lang gezicht zijn bord leeg at, viel zijn oog opeens op een beweging achter in de kamer. Met sierlijke sprongen kwam er een lammetje tevoorschijn. Zijn mond viel open van verbazing. Zijn moeder was altijd fel tegen dieren in huis, daar hield ze absoluut niet van. Zijn onderbuikgevoel gaf aan dat dit niet zomaar iets was, maar hij had geen zin in discussie en hield wijselijk zijn mond.

‘Ik begrijp er helemaal niks meer van,’ zuchtend liet Levi zich achterover vallen. ‘Eerst komt mijn vader thuis met waanideeën dat we teruggaan naar zijn geboortegrond en het gaat steeds verder. Er loopt nu ook al een lammetje rond in huis en dat zal daar ook wel weer mee te maken hebben.’ Yana bestuurde het gezicht van Levi en ze zag zijn boosheid. ‘Ik ga niet mee, echt niet,’ Levi sloeg met zijn vuist op de grond en vervolgde: ‘Wij gaan hier samen een toekomst opbouwen!’ Yana glimlachte naar Levi: ‘Ik zou niet weten wat ik zonder jou moet.’ Ze drukte een kus op zijn voorhoofd. ‘Kom we gaan naar huis voordat het weer zo donker is als een paar dagen geleden,’ ze gaf hem een knipoog en pakte zijn hand.

‘Eindelijk, daar ben je, we maakten ons al zorgen,’ Levi’s moeder kwam hem al tegemoet lopen. ‘Ik ben geen klein kind meer,’ bromde Levi. Zijn moeder negeerde de opmerking en vervolgde: ‘We moeten met je praten Levi, het is belangrijk dat je dit weet. Onze God is zo machtig, hij gaat ons eindelijk verlossen uit dit land,’. Toen ze het boze gezicht van Levi zag stopte ze abrupt. ‘Ik zit niet te wachten op een verhuizing,’ zei hij stampvoetend! ‘Jullie doen maar wat je wilt, maar ik blijf hier.’ Levi draaide zich om, maar zijn vader hield hem tegen. ‘Jongen, luister nu even, er komt een hele erge straf voor het volk van Yana, vandaar dat lammetje hier in huis. God heeft met onze leider Mozes gesproken dat hij alle eerstgeboren gaat doden en dat we daarna uit dit land verlost worden. Dat lammetje gaat ervoor zorgen dat wij niet hoeven te sterven.’ Levi keek zijn vader vurig aan: ‘Ik snap er helemaal niks meer van, waarom worden al die mensen gestraft, terwijl ze geen vlieg kwaad doen? Leg dat maar eens uit, waarom jullie God dit allemaal toestaat?’ Vader zuchtte diep en keek zijn vrouw aan: ‘Soms begrijp ik ook niet alles Levi, maar God heeft met alles een doel. Deze God wil ook jouw God zijn Levi, zul je dat nooit vergeten? Zolang de koning van dit land ons zo vernedert en geen God naast hem duldt, zal dit volk gestraft worden. Maar wij zijn zeker niet beter, misschien nog wel slechter als Yana en haar ouders.’ Zijn moeder vervolgde met tranen in haar ogen: ‘Over drie dagen zal dit lammetje geslacht worden en zijn wij veilig Levi, veilig achter het bloed!’ Levi haalde zijn schouders op en draaide zich opnieuw om en zei: ‘Ik houd zielsveel van Yana en daar kan niemand wat aan veranderen.’

‘Weet je zeker dat je niet thuis wilt zijn,’ vroeg Yana hem. Ze had de verhalen wel gehoord dat de Israëlieten zouden teruggaan naar hun eigen land en Levi had haar verteld over het lammetje en de bijzondere maaltijd die zijn ouders zouden gebruiken. ‘Nee, ik blijf bij jou en je ouders, ik heb hier mijn hele leven gewoond, waarom zou ik dit land dan verlaten als ik zo’n lief meisje hier heb wonen?,’ liefdevol keek hij Yana aan. ‘Zullen we naar jouw ouders gaan vanavond,’ stelde Levi voor. Hij dacht aan de gezellige spelletjesavonden bij Yana thuis met haar broers, dan kon hij even alles vergeten.

Rusteloos draaide Levi zich om op zijn slaapmatje, hij kon maar niet in slaap komen. Misschien kwam het door de hoeveelheid wijn die hij had gedronken? Meestal kon hij daarvan heerlijk slapen, maar hij voelde zich rusteloos, hij kon zijn gevoel niet goed een naam geven. Hij wist dat hij eerder met de spelletjes had moeten stoppen, zodat hij gewoon naar huis had kunnen gaan. Het was al erg donker toen ze stopten met de spelletjes en eerlijk gezegd vond hij het voorstel van de moeder van Yana wel prima om daar te blijven slapen. Dan hoefde hij zijn ouders in ieder geval niet onder ogen te komen, maar hij voelde zich nu toch wel erg schuldig. Hij kende zijn moeder,  ze zou geen oog dicht doen als hij niet thuis zou komen.

Levi vloog overeind en keek wild om zich heen, wat was hier aan de hand. Hij hoorde gehuil, hysterisch gekrijs en het leek wel steeds luider te worden. Hij tuurde door het venster. Vaag kon hij wat schimmen zien bewegen bij de buren van Yana. Ook de ouders van Yana waren blijkbaar wakker geworden en hoorde hij praten. Opeens klonk er een ijselijke gil door het huis, hij liep zo snel hij kon richting Yana. Zou er wat met haar zijn?

‘Mijn zoon, mijn zoon,’ kermde de moeder van Yana. Ze zag lijkbleek en keek naar de broer van Yana.  Yana stond er als een standbeeld naast en keek met grote ogen richting haar broer. Toen Yana Levi zag viel ze in zijn armen en barste in luid snikken uit. Hij sloeg zijn brede armen om haar heen, terwijl hij zijn blik op haar broer hield. Was dit de straf waar zijn ouders het over hadden gehad? Hij voelde het zweet overal uitbreken.

Een luide klop maakte een eind aan de gedachten die ze allemaal hadden, terwijl ze nog steeds rondom Yana’s broer stonden. De buurvrouw kwam met rode ogen binnenlopen en ze liet zich in de armen van Yana’s moeder vallen. ‘Het is allemaal zo erg, vannacht zijn mijn man en zoon gestorven, ik weet me geen raad.’ Verschrikt keek Yana’s vader rond. ‘Ik moet hier het fijne van weten, blijven jullie hier, ik ben zo terug.’

De woorden van zijn ouders kwamen boven en hij probeerde in zijn verwardheid de puzzel compleet te maken. Hadden zijn ouders niet iets gezegd over een straf dat alle eerstgeborenen zouden sterven? Zou zijn eigen oudste broer nog leven? Hij ging de familiebanden na en wist dat de vader van Yana niet de eerstgeborene was, dat kon verklaren dat hij was blijven leven. Hij werd weer wakker geschud uit zijn gedachten doordat de vader van Yana binnenstormde. ‘Het is verschrikkelijk’ zei hij ontzet: ‘Overal zijn de oudste zonen gestorven, zelfs de kroonprins leeft niet meer. Het schijnt weer een straf te zijn van die God van Israël. Woedend keek hij Levi aan: ‘Dat is de God van jouw ouders toch? Wat is dat voor een God die zoveel verdriet toelaat?’

Zuchtend liet Levi zich bij een beekje zakken en probeerde zijn dorst te lessen met wat water. Hij zag in de verte het land waar zijn volk verbleef. Snel vervolgde hij zijn pas en keek achterom of hij gevolgd werd, maar hij zag niks. Hij wist niet hoe hij ooit zijn ouders onder ogen moest komen. Eigenlijk begreep hij er nog steeds niks van en gaf hij de vader van Yana volkomen gelijk. Woedend waren de mensen geweest op zijn volk en zo snel als hij kon, had hij de benen genomen.

De hele nacht hadden ze als gezin voor Levi gebeden, maar haar hoop werd met de minuut minder. De moeder van Levi zuchtte terwijl ze haar ogen ophief naar de hemel: ‘God, wilt U mijn zoon terugbrengen, wilt u hem niet doden?’ Ze hadden die nacht doodsangsten uitgestaan, omdat Levi niet thuis was gekomen. Zij hadden volgens de woorden van God het lammetje geslacht en het bloed aan de deurposten gedaan. De verderfengel was hun huis voorbij gegaan en hun oudste zoon was blijven leven, maar ze was zo bezorgd over haar Levi. 

Levi begon langzamer te lopen toen hij de eerste huizen voorbij liep. Nog even en hij zou bij het huis van zijn ouders zijn. Hoe kon hij ze ooit onder ogen komen? Zijn vader zou vast laaiend zijn, omdat hij juist bij zo’n belangrijk moment weg was gebleven. Maar hij wist ook dat hij niet terug kon naar Yana en haar familie. Haar vader had hem de deur gewezen en het voelde alsof een deel van zijn hart was afgescheurd toen hij een laatste blik naar Yana had geworpen. Toen hij het huis verliet had de buurvrouw hem verachtend aangekeken en hij hoorde een andere buurman hem toesissen: ‘Het komt allemaal door jou, Jood!’ De buurman probeerde hem beet te pakken, maar hij was hem te snel af geweest en had gerend voor zijn leven. Er was maar één mogelijkheid en dat was meegaan met zijn ouders naar hun geboorteland.  

Levi’s moeder draaide zich om en kon haar ogen niet geloven, ze tuurde om te zien of ze niet droomde. Ja, hij was het echt, daar kwam haar zoon Levi aangelopen.  Ze rende zo hard ze kon naar hem toen en omhelsde hem. De tranen stroomden over haar wangen en ze drukte Levi tegen haar aan. ‘God heeft jou gespaard mijn zoon, ik wist wel dat God barmhartig is!

Zachtjes klopte Levi op de deur en hij deed de deur open. Hij zakte naast Mozes neer en keek naar de grond. ‘Ik had moeten sterven Mozes, ik heb dit niet verdiend. Ik kan niet leven zonder Yana. Alles is zo donker om mij heen’. Mozes pakte zijn handen beet en wachtte rustig. ‘Soms kunnen we zoveel vragen hebben en kan de toekomst zo donker lijken, ik kan daar ook geen antwoord op geven, maar ik mag wel wijzen naar onze God. God heeft beloofd Zijn Zoon naar deze aarde te sturen. Net zoals dat lammetje redding gaf, wil Zijn Zoon als een volkomen Lam de straf dragen. Laten we onze God eren, nu woont Hij nog in de hoogste hemelen, maar straks zal Zijn Zoon komen naar deze zondige aarde. Dat mag onze hoop zijn voor de toekomst.’

Een grote optocht verliet Egypte, je hoorde de muziekinstrumenten en de hoge kinderstemmen die met de bekende psalmen en liederen meezongen. Levi voelde zich allerminst in een feestelijke stemming en liep met zijn hoofd gebogen naast zijn ouders. Hij had een goed gesprek met Mozes en zijn ouders gehad. Toch steek de twijfel telkens weer de kop op, hij verlangde zo hevig naar Yana. Hoe beter hij zijn best deed om de vragen en twijfels weg te drukken, hoe ellendiger hij zich voelde. Zijn moeder stak haar arm door zijn arm en fluisterde zachtjes: ‘Kijk eens hoe de wolkkolom ons voorgaat, zo kunnen we bij elke stap die we zetten op God vertrouwen. God kan ook het hart van Yana veranderen, want God heeft beloofd dat hij Zijn Zoon naar deze aarde zal sturen en dan zullen er wijze mensen, van buiten ons volk, naar Hem gebracht worden door een prachtige ster te volgen. Laten we vragen of God ook een wolkkolom of een ster wil geven die Yana naar God brengt.’

Levi keek om zich heen, het leek wel of hij zijn naam hoorde. Toen hoorde hij het weer en het leek een hele bekende stem. Zijn ogen doorzochten de hele menigte, tot hij opeens Yana in het vizier kreeg. Ze rende op hem af en omhelsde hem, hij voelde zich warm worden. ‘Levi, ik wil met jou en je volk meegaan. Ik weet dat ik alleen veilig ben bij jullie God en graag zou ik meer over Hem willen leren. Mag ik met je meegaan naar Israël?’ Levi stond abrupt stil en keek Yana liefdevol aan: ‘Ik zou niks anders willen, jij maakt mij compleet.’

Wat is God goed, Levi raakte er niet over uitgepraat! Terwijl hij alleen maar op zichzelf keek, was God aan het werk in het hart van Yana. Hij had veel meer op God moeten vertrouwen. Het was heerlijk om Yana weer aan zijn zijde te hebben en samen de onbekende toekomst tegemoet te gaan.

Opeens was daar lawaai, mensen schreeuwden en hij spitste zijn oren om te horen wat er geroepen werd. Snel kwam Mirjam aangelopen en Aäron rende naar de mensen die achteraan liepen. Mirjam schreeuwde: ‘Het leger van de Farao komt achter ons aan en we kunnen nergens heen.’ Levi zag voor zich de Rode Zee, ze waren in de val gelopen, Farao kon hen zo verslaan. Levi sloeg zijn ogen op naar de bergen en bad zachtjes: ‘God u kunt uitkomst geven, wilt u een wonder doen?’

‘Kijk Levi, het lijkt wel alsof het volk door het water heen gaat’. Levi tuurde in de verte en het leek inderdaad alsof Yana gelijk had. Het leek wel een dag te duren, maar eindelijk stonden ze veilig aan de overkant en zagen ze dat de laatste Israëlieten door het water liepen. Het was indrukwekkend geweest hoe aan beide kanten het water was opgestuwd en er een pad was gekomen. Levi zag Mozes naar het water lopen en een harde klap op het water geven. Iedereen zag hoe de golven over de Farao en zijn leger heen gingen die ook probeerden om over het pad de overkant te bereiken. Plots voelde hij Yana in elkaar zakken en terwijl hij haar in zijn armen beet hield, besefte hij waarom ze flauw viel. Haar vader en broer waren ook soldaten in het leger van Farao.

Nog een laatste blik wierp Yana op de zee, vandaag zouden ze verder trekken naar het beloofde land. Samen met Levi had ze gisteren een gedenksteen neergezet bij de Rode Zee, dat had haar verdriet een plekje gegeven. Een onbekende toekomst, maar geen onzekere toekomst, want samen met Levi, zijn volk en God konden ze verder gaan met dit leven.

Langzaam vertrok het volk in een grote optocht, Levi hield Yana’s hand stevig vast. Hun ogen werden getrokken naar mensen die verschenen in de verte en tegelijk merkten ze hoe de paniek weer toesloeg bij het volk. Beschermend sloeg hij de handen om Yana heen, totdat hij de moeder van Yana aan zag komen. Yana sloeg een kreet en begon in de richting van haar moeder te rennen. Levi rende haar achterna en zag tot zijn blijdschap ook haar vader en broer volgen. ‘Yana, door jou hebben we gezien dat we onze veiligheid niet moeten zoeken bij de Farao. We konden onmogelijk ten strijde trekken, terwijl jullie zich ook tussen het volk zouden bevinden. Mogen wij ons ook bij het volk Israël voegen?’

Levi, Yana en haar familie voegden zich bij het volk. Israëls God was hen genadig. Er klonken harpen, trompetten en bazuinen, waarna psalm 98 door het volk eenstemmig werd ingezet: 

Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt;
Dit slaan al ’s aardrijks einden gade,
Nu onze God Zijn heil ons schenkt.

Toelichting van de schrijver: 

  • Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van Exodus 13 en 14, de hoofdpersonen zijn fictief.
  • De laatste psalm die wordt genoemd is psalm 98 vers 2a