Het foldertje …

Het foldertje

Met een diepe zucht gooit Saar haar tas in een hoek van haar kamer. Pfff… eindelijk weekend. Nou ja, alsof dat zo leuk is. Haar moeder werkt bijna het hele weekend sinds haar ouders zijn gescheiden. Maar weekend is beter dan school. Laat ze eerst eens of Magister kijken of ze veel huiswerk heeft voor maandag. Een so voor wiskunde, wat opdrachten maken voor Engels… het valt wel mee. Dat heeft ze zo gepiept. Ze gaat ijverig aan de slag en terwijl ze even op haar mobiel kijkt, stromen de appjes in haar klassenapp binnen. Waar gaat het nu weer over? Ze tikt ze aan en ziet al snel dat het over de so van wiskunde gaat. Behalve de app heeft ze verder niet echt contact met de meiden uit haar klas. Sinds ze na de zomervakantie in een nieuwe klas zit, hoort ze er niet meer bij. Ze merkt echt wel dat de meiden uit haar klas over haar praten hoor. Wat denken ze wel niet? Terwijl ze verdrietig voor zich uitstaart, bedenkt ze opeens dat ze nog een nieuw wiskundeschrift moet kopen.  Ze ziet dat het inmiddels al half vijf is en rond vijf uur komt haar moeder thuis. Dat moet ze dan wel redden. Ze pakt haar tas, portemonnee en telefoon en rent de trap af. Snel stopt ze nog een koekje in haar mond, trekt haar jas en laarzen aan en draait de deur op slot. Ze pakt haar fiets uit de schuur, draait de poort op slot en fietst snel weg.

Als ze in de stad aankomt, kijkt ze even zoekend om zich heen. Waar zal ze haar fiets neerzetten? Het is hier altijd al druk, maar op vrijdagmiddag al helemaal. Met haar fiets aan de hand loopt ze naar de Hema. Daar hebben ze vast wel een leuk schrift. Ze zet haar fiets op slot en loopt naar binnen. Als ze bij de schoolspullen is aangekomen, bekijkt ze keurend alle wiskundeschriften die er liggen. Nee, die is veel te kinderachtig, die andere is meer voor jongens. Die mintgroene daar is wel leuk. Ze pakt hem op en loopt ermee naar de kassa. Wacht, laat ze maar meteen een nieuwe agenda meenemen, dan heeft ze die alvast. Terwijl ze in de rij bij de kassa staat, ziet ze twee meiden uit haar klas lopen. O nee, daar heb je Emma en Kim weer. Dat zijn zo ongeveer de twee leidsters van de klas en lachen haar altijd uit. Bah, ze heeft echt een hekel aan die meiden. Gelukkig zien ze haar niet en is ze snel aan de beurt om af te rekenen. Ze stopt alles in haar tas en loopt naar buiten. Terwijl ze haar sleutel opzoekt, bedenkt ze wat ze vanavond kan gaan doen. Misschien kan ze wel even naar haar vader. Maar die heeft waarschijnlijk al andere afspraken. Nou ja, ze ziet wel.

Als ze door de winkelstraat loopt, komt er opeens een jonge vrouw op haar af. Ze heeft een hele stapel met boekjes in haar hand en kijkt Saar vragend aan. ‘Mag ik je iets vragen’? Natuurlijk’, antwoord Saar. ‘Geloof jij?’. Saar fronst haar wenkbrauwen. Wat heeft die vrouw daar nu mee te maken? ‘Ehmm opzich wel’, antwoord ze. Ja, ze gaat naar een Christelijke school, maar dat is dan ook alles. Ze gaat nooit naar de kerk en thuis leest ze ook nooit meer uit de Bijbel. Dat was vroeger wel anders. De vrouw kijkt haar nog steeds vriendelijk aan. ‘Mag ik jou deze folder meegeven? Zoals je waarschijnlijk wel weet is het bijna kerst. Elk jaar organiseren wij met kerst een kerkdienst speciaal voor jongeren die niet, of niet meer, geloven. Alle informatie staat in deze folder.’ ‘Bedankt’, zegt Saar. Ze pakt de folder aan en stopt deze in haar tas. ‘Nog een fijne dag en hopelijk tot ziens’, zegt de jonge vrouw. Dan loopt ze weg. Saar kijkt haar nog even na en loopt dan verder.

Als ze thuis komt, ziet ze het kleine rode autootje van haar moeder al staan. Ze zet haar fiets in de schuur en loopt naar binnen. ‘Hoi mam’, roept ze door het huis. Geen antwoord. O wacht, ze ziet een briefje op het aanrecht liggen. Hoi Saar, staat erop, ik heb hoofdpijn en lig even op bed. Er ligt een pizza in de oven, je moet de oven alleen nog even aanzetten. Was het leuk op school? Met een zucht legt Saar het briefje weer neer. Zo gaat het nu elke keer. Als haar moeder van haar werk komt, is ze moe of heeft ze hoofdpijn. Nooit is het meer gezellig thuis. Haar vader ziet ze ook bijna nooit meer, die heeft het te druk met zijn nieuwe baan. Lekker gezellig. Ze doet de oven aan en pakt een bord uit de kast. Dan brengt ze zachtjes haar tas naar boven en legt haar wiskundeschrift en portemonnee op haar bureau. Opeens ziet ze het foldertje in haar tas zitten. Daar had ze allang niet meer aan gedacht. Ze legt hem in haar bureaula en gaat daarna weer naar beneden.

Die avond gaat Saar vroeg naar bed. Haar moeder was nog een poosje beneden gekomen, maar ze had heel lang met haar vriendin zitten bellen. Saar had geen zin meer om naar het gesprek te luisteren en daarom is ze maar naar boven gegaan. Ze tuurt voor zich uit in het donker. Morgen moet ze er weer vroeg uit, want ze moet de kranten doen. Gelukkig hoeft dat niet elke dag, dat zou ze echt zat worden. Maar ja, ze verdient er wel veel mee. Al denkend aan morgen valt ze in slaap.

Wat is dat voor een herrie? Slaperig kijkt Saar om zich heen. O, ze ziet het al. Het is haar wekker. Snel drukt ze hem uit en gaat op de rand van haar bed zitten. Het is alweer maandag. Dat betekent weer een lange week school en elke morgen vroeg uit bed. Met een zucht staat ze op en trekt haar kleren aan. Haar lange haar doet ze in een hoge knot en dan rent ze de trap af. Ze heeft er echt geen zin in, maar ja, de plicht roept. Na een uurtje zit ze op haar stoel in de klas. Ze staart naar buiten en kijkt naar de bomen die al helemaal kaal zijn. ‘Saar, wil jij je aandacht er ook even bij houden? Dankjewel’, buldert opeens de stem van de leraar door het lokaal. Met een schok kijkt Saar de leraar aan en gaat snel weer goed zitten. Achter zich hoort ze Kim grinniken.

Het volgende uur hebben ze Beeldende Vorming. Dat is een van haar favoriete vakken. Ze pakt haar etui en map uit haar tas en gaat zitten. Als ze op het bord kijkt ziet ze staan dat ze na de kerstvakantie, over 4 weken, een creatieve opdracht moeten inleveren. Er zitten geen voorwaarden aan de opdracht, het mag alleen of samen, je mag het thuis of op school doen en het moet met kerst te maken hebben. Wow, dit is echt leuk. Ze heeft er nu al zin in! Als iedereen zit en het stil is in de klas begint de docent uit te leggen. Deze les moeten ze ideeën gaan verzamelen en eventueel een schets maken. Als ze het sein hebben gekregen dat ze mogen beginnen, stormt iedereen alle kanten op. Saar blijft nog even zitten en kijkt nadenkend voor zich uit. Wat zal zij gaan maken? Ze loopt naar de computers en start er 1 op. Aan het einde van het uur heeft ze al heel wat leuke ideeën gezien, maar ze is eigenlijk op zoek naar iets anders. Thuis kijkt ze wel verder.

Als ze die middag thuiskomt uit school en haar huiswerk gaat maken, ziet ze opeens het foldertje weer in haar bureaula liggen. Ze pakt hem op en vouwt hem open. Er staat met grote letters: Kerst kerkdienst voor jongeren die niet, of niet meer, geloven. Als ze verder leest ziet ze dat de kerkdienst op eerste kerstdag, in de oude kerk in de stad plaatsvind. ’s Morgens, van 10 uur tot ongeveer half 12. Het foldertje is van een evangelisatiestichting voor jongeren. Saar legt het foldertje weer neer en denkt diep na. Op eerste kerstdag heeft haar moeder geen plannen en zijzelf ook niet. Dat komt goed uit, want het lijkt haar wel mooi om naar die kerstdienst te gaan. Je hoeft je niet aan te melden, want er is genoeg plek voor iedereen. Ze gaat er gewoon heen en als het niks is gaat ze toch gewoon weer naar huis?

Het is inmiddels vrijdag en bijna vakantie. Saar zit bij Biologie en is na dit uur uit. Het gaat over vissen. Oersaai vind Saar het. Ze zit ook nog eens helemaal voorin, naast Livia. Terwijl Saar met een half oor naar de leraar luistert, tekent ze bloemetjes in haar schrift. Ze veert op als eindelijk de bel gaat. Vakantie! Daar is ze echt aan toe. Ze propt haar spullen in haar tas en loopt snel uit de klas, de trap af, naar haar fiets. Als ze thuiskomt, ziet ze dat haar moeder ook al thuis is. Haar moeder kijkt blij als ze Saar aanziet komen. ‘Hoi Saar, hoe was het op school?’, vraagt ze. ‘O, wel goed hoor’, antwoord ze. Haar moeder weet niet dat ze niet zo bij de groep hoort op school. Maar dat hoeft ze ook helemaal niet te weten, want ze gaat gerust bellen naar school. Opeens herinnert Saar zich weer dat ze nog moet zeggen dat ze maandag naar de kerst kerkdienst gaat. ‘Mam’, zegt ze, ‘vind je het goed dat ik maandag naar een dienst speciaal voor jongeren ga?’. ‘Hoe kom je daar nu weer bij’? En Saar vertelt van de vrouw die haar het foldertje gaf en ook wat er allemaal instond. ‘Ik vind het best’, zegt haar moeder. Saar glimlacht opgelucht naar haar moeder. Ook weer gedaan.

Het is maandag, eerste kerstdag. Saar word wakker en denkt diep na. Wat ging ze ook alweer doen? O ja, ze gaat naar de kerstdienst. Ze staat snel op een rekt zich uit. Laat ze dat zwarte glitterjurkje maar aantrekken, die heeft ze speciaal voor kerst gekocht. Een half uurtje later stapt ze op haar fiets en zwaait naar haar moeder. Na 10 minuten fietsen komt ze aan bij de kerk. In de deuropening staat dezelfde jonge vrouw, die haar het foldertje gaf. Ze kijkt haar vriendelijk aan en geeft haar een boekje. ‘Wat fijn dat je gekomen bent. Ik ben Lydia’. ‘Ik ben Saar’, zegt Saar en ze geeft de vrouw een hand. ‘Je mag doorlopen naar de kapstok en daar je jas ophangen. Daar staat ook iemand en die verteld je wel waar je naartoe moet.’. Saar loopt naar de kapstokken en hangt haar jas op. Ze ziet een al wat oudere vrouw op haar afkomen. ‘Welkom, leuk dat je er bent. Je mag daar iets te drinken pakken en dan mag je aan 1 van de tafeltjes gaan zitten’. Als Saar drinken heeft gepakt en zoekend om zich heen kijkt, ziet ze dat een meisje van haar leeftijd haar wenkt. Ze loopt naar haar toe en gaat bij haar zitten. ‘Hoi, ik ben Eva, ben je hier voor het eerst’? ‘Ja’, antwoord Saar, ‘en jij’? ‘Ik niet, ik ga elk jaar met mijn zus Lydia mee. Die heb je vast al wel ontmoet’.

Nadat ze wat gekletst hebben, word er omgeroepen dat ze naar de kerkzaal moeten komen. Saar kijkt om zich heen en ziet dat er inmiddels heel wat jongeren zijn. Als ze met Lydia een plekje in de kerkzaal heeft gevonden, komt er een man in een zwart pak naar voren. ‘Dat is de dominee’, fluistert Eva. De man klimt op de preekstoel en kijkt eens rond. Dan begint hij te praten. ‘Wat fijn dat jullie allemaal gekomen zijn. Ik ken jullie niet allemaal, maar ik hoop dat ik jullie mag gaan leren kennen. Vandaag is het kerst. Jaren geleden werd Jezus, Gods Zoon, geboren. Daar ga ik jullie vandaag iets over vertellen. In deze dienst staat het woord samen centraal. Als je je programmaboekje erbij pakt, zie je op de voorkant een Bijbeltekst staan. ‘Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen.’ Ik hoop dat we dat deze dienst mogen doen. God groot maken, samen Zijn Naam verhogen. We gaan nu eerst zingen ‘komt allen tezamen, jubelend van vreugde’. Als je dit lied niet kent luister je maar mee.’ Het grote orgel begint te spelen. Saar kijkt verwondert om zich heen. Wat klinkt dit mooi, al die stemmen! Na het lied praat de dominee weer verder. ‘Waarom vieren wij nu kerst? Dan denken wij aan de geboorte van Jezus. Hij werd geboren in een stal in Bethlehem omdat er voor Hem geen plaats meer was is de herberg.’ Saar luistert aandachtig. Aan het eind zegt de dominee: ‘Ik hoop dat jullie er iets van hebben begrepen. Je kunt met al je vragen naar de Heere toegaan. Misschien heb je nog wel nooit gebeden, maar probeer dat toch vanaf vandaag te doen. Kerst betekend niet alleen maar cadeautjes en lichtjes.  De Heere werd niet voor niets geboren. Hij werd geboren en Hij stierf zodat zondaren zalig kunnen worden. God hoort en ziet je altijd. Hij weet het als jij je alleen voelt. Met Hem hoef je nooit meer alleen te zijn, maar voor altijd samen.’ Het lijkt alsof de dominee alleen tegen haar praat. Zij voelt zich zo vaak alleen. Het orgel begint weer te spelen. Er worden nog een paar psalmen en liederen gezongen en dan loopt iedereen weer uit de kerkzaal.

Eva stoot Saar aan. ‘Blijf je nog even?’ Saar vind het prima. Ze pakken wat drinken en gaan dan ergens zitten. ‘En wat vond je ervan?’, vraagt Eva. ‘Ik vond het echt heel mooi! Ik voel me zo vaak alleen, maar dit heeft me hoop gegeven.’ Ze praten nog een poosje en dan staat Saar op. ‘Ik ga weer na huis’. Ze wisselt haar nummer uit met Eva en loopt dat naar buiten. Als ze op de fiets zit, denkt ze na over de afgelopen morgen.

’s Middags bedenkt ze opeens dat ze nog aan de opdracht voor Beeldende Vorming moet beginnen. Ze pakt haar tekenspullen en opeens krijgt ze een idee. Ze tekent een ster en daaroverheen handlettert ze een Bijbeltekst over kerst die in haar programmaboekje staat.

Het is een paar dagen later. Saar checkt haar appjes en ziet dat Eva haar een link heeft gestuurd. Ze tikt hem aan en er verschijnt een lied. Het lied dat ze ook in de kerk zongen: Komt allen tezamen…. Komt laten wij aanbidden, die Koning. Ze voelt het, in Eva heeft ze een nieuwe vriendin gevonden waarmee ze samen God groot kan maken. Samen…