Eenzaam of toch samen?

Eenzaam of toch samen?

‘Luuk wakker worden!’, roept moeder. Luuk wrijft in zijn ogen en rekt zich eens goed uit. Hij springt zijn bed uit, kleedt zich aan en loopt naar beneden. Als hij naar beneden loopt, ziet hij de kalender hangen. Ja, nog maar 1 dag naar school en dan is het kerstvakantie. Vanmiddag zullen ze op school kerstfeest vieren. Dit gaat wel een beetje anders dan ze gewend zijn, want door de corona maatregelen zullen er geen ouders bij zijn. Maar de ouders kunnen meekijken en luisteren via de computer. Nou Luuk is wel een beetje zenuwachtig hoor, want hij mag helemaal alleen een tekst opzeggen. Hij heeft er al lang voor geoefend en hij kan hem al helemaal uit zijn hoofd. ‘Luuk een beetje opschieten hoor, je moet al bijna naar school’, zegt moeder. Luuk herhaalt zijn tekst nog een keer: ‘En ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam Emmanuël heten; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’

Hij pakt zijn fiets uit het schuurtje, zwaait nog snel even naar buurman Piet en sjeest naar school. Als ze op school zijn, beginnen ze eerst net als anders de dag. Ze zingen een psalm, de juf vertelt uit de Bijbel en ze rekenen. Pff wat gaat deze ochtend langzaam voorbij zeg. Was het maar alvast middag. Na de pauze mogen ze alvast oefenen voor het kerstfeest.

’s Middags is het dan eindelijk zover. Luuk en zijn klasgenoten hebben hun mooiste kleren aangetrokken. Vol spanning zitten alle kinderen al in de aula van de school. Ja, groep 6 mag straks als eerste naar voren komen om hun teksten op te zeggen en hun liederen te zingen. De vaders, moeders, opa’s en oma’s, buurmannen en buurvrouwen kunnen thuis meekijken en luisteren.
De directeur begint met het lezen uit de Bijbel en hij bidt. Dan zegt hij dat groep 6 naar voren mag komen. Wat is dat spannend zeg. Luuk herhaalt zijn tekst steeds in zijn hoofd totdat hij aan de beurt is. Dan mag hij naar voren en klinkt het luid en duidelijk door de microfoon: ‘En ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam Emmanuël heten; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’ Hij krijgt een dikke knipoog van zijn juf, gelukkig dat ging goed. Zouden zijn ouders hem thuis gezien en gehoord hebben? Als de kinderen van groep 6 weer op hun plaats zitten, zeggen de andere groepen hun teksten op en vertelt de juf van groep 5 een verhaal. Het gaat over een jongetje dat zijn eenzame buurman uitnodigt voor het kerstfeest. Luuk zijn gedachten flitsen naar buurman Piet. Ja, hij ziet hem weer zitten voor het raam. Iedere morgen zwaait hij naar hem. Buurman Piet is alleen, want zijn vrouw is 2 jaar geleden gestorven en buurman Piet heeft geen kinderen. Luuk slikt en slikt nog een keer. De tranen springen hem in zijn ogen. Wild veegt hij de tranen weg. Ja, hij wilde vanmorgen voor schooltijd nog even langsgaan om te vertellen dat ze vanmiddag kerstfeest zouden vieren op school. Maar in alle haast was hij het helemaal vergeten. Ja, buurman Piet ging niet naar de kerk, maar naar het kerstfeest zou hij vast wel willen luisteren. Luuk hoort niet meer zoveel van de rest van het kerstfeest, maar hij moet steeds aan buurman Piet denken.

Na het kerstfeest krijgen alle kinderen een boekje en een rol snoep mee naar huis. Als Luuk zijn boekje en rol snoep gekregen heeft, rent hij naar het fietsenhok en sjeest zo hard als hij kan naar huis. Als hij buiten adem de straat in komt, ziet hij blauwe zwaailichten staan. Oh nee toch, denkt Luuk. Zal papa of zal mama gevallen zijn? Hij fietst nog iets harder totdat hij bij de ambulance komt. Hij ziet nog net hoe buurman Piet met de brancard in de ambulance gereden wordt. Oh nee, het is nog veel erger het is buurman Piet. De ambulance rijdt met loeiende sirene de straat uit. Luuk kijkt hem na totdat hij hem niet meer ziet. Hij gooit zijn fiets neer en rent naar binnen. Mama komt net de keuken ingelopen en ziet hem al binnenkomen. Luuk vraagt aan mama: ‘Wat is er met buurman Piet gebeurd?’ Mama vertelt dat hij met zijn stok om boodschappen wilde gaan, maar dat hij toen struikelde over een losliggende stoeptegel. Ze vertelt dat hij even bewusteloos was en een grote wond aan zijn hoofd heeft. Luuk gaat op de bank zitten en begint hard te huilen. Buurman Piet, buurman Piet. Oh, mama was ik vanochtend maar bij hem langsgegaan, had ik hem maar vertelt over het kerstfeest. Dan was hij ook geen boodschappen gaan doen en kon hij luisteren naar de boodschap van het kerstfeest. Was ik maar wat eerder uit bed gekomen. Dan was dit allemaal niet gebeurt. Mama probeert Luuk wat te troosten. Ze vertelt dat papa nu met buurman Piet mee is naar het ziekenhuis. ‘Hij zal ons straks wel meer kunnen vertellen over wat er met buurman Piet aan de hand is’, zegt ze.

Mama gaat papa ophalen bij het ziekenhuis en neemt gelijk wat schone kleren voor buurman Piet mee, want die moet een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Luuk denkt na over wat hij voor buurman Piet kan doen. Hij heeft een idee, opeens kwam die tekst weer in zijn hoofd die hij vanmiddag heeft opgezegd. ‘Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’ Hij zoekt naar het mooiste papier in de kast. Na even zoeken, vindt een mooi goudkleurig papier. Het puntje van Luuk zijn tong komt uit zijn mond, zo goed doet hij zijn best. Hij schrijft op zijn allermooist de tekst op het papier. Op de achterkant schrijft hij dat hij de buurman wilde uitnodigen om mee te luisteren naar het kerstfeest en dat hij er zoveel spijt van heeft dat hij dit vergeten is te vragen.

Net als hij klaar is, komen papa en mama weer thuis. ‘Hoe gaat het met buurman Piet?’, vraagt Luuk. Papa vertelt dat buurman Piet een wond aan zijn hoofd heeft en dat zijn heup gebroken is. Hij legt uit dat dit snel gebeurt bij wat oudere mensen als ze vallen. Daarom moet buurman Piet een aantal dagen in het ziekenhuis blijven. Luuk schrikt er schieten veel vragen door zijn hoofd. ‘Maar kan hij met kerst wel thuis zijn dan, papa? Hij zou toch bij ons komen eten, mama?’. Papa en mama kijken elkaar aan. Het is over 2 dagen al kerst en de dokter heeft gezegd dat buurman Piet wel 5 dagen in het ziekenhuis moet blijven. Luuk begint weer te huilen. Papa troost hem en zegt dat hij maar moet bidden voor buurman Piet. Dat doet Luuk ook voordat hij naar bed gaat. Hij dankt God voor deze mooie dag waarop ze kerstfeest mochten vieren op school. Maar hij bidt ook of God voor buurman Piet wil zorgen in het ziekenhuis en of God hem beter wil maken. Ook bidt hij of Hij buurman Piet een nieuw hart wil geven. Voordat hij gaat slapen, laat hij de kaart nog aan papa zien die hij gemaakt heeft voor buurman Piet. Luuk vraagt aan papa of hij een keer mee mag naar buurman Piet op bezoek. Papa belooft hem dat hij morgen mee mag op bezoek. Dat zal buurman Piet fijn vinden.

Die nacht slaapt Luuk niet zo lekker, hij moet steeds maar aan buurman Piet denken. Gelukkig is het morgen zaterdag en is hij vrij. Ja, morgen mag hij op bezoek bij buurman Piet.

De volgende morgen wordt Luuk wakker, hij is een beetje zenuwachtig. Vandaag mag hij mee naar buurman Piet op bezoek in het ziekenhuis. Nou dat vindt hij wel heel spannend hoor. Hij is nog nooit in een ziekenhuis geweest en hoe zal buurman Piet eruitzien? Daar loopt hij met papa door de grote gangen van het ziekenhuis. Luuk houdt papa zijn hand stevig vast. Ze vragen bij de balie aan de zuster waar buurman Piet ligt. De zuster zoekt in de computer en antwoordt dat buurman Piet op kamer 205 ligt. Luuk en papa stappen in de lift en bij de tweede verdieping stappen ze uit. Ze zoeken op de bordjes naast de kamer het nummer 205. Ja daar is het wijst Luuk. Papa doet de deur voorzichtig open en Luuk gluurt naar binnen. Daar ligt buurman Piet, hij heeft verband om zijn hoofd. Nou dat ziet er wel akelig uit hoor. Buurman Piet glimlacht. ‘Dag buurman en dag Luuk. Wat fijn dat jullie bij mij op bezoek komen.’ Oh gelukkig denkt Luuk opgelucht. Buurman Piet vindt het fijn dat we op bezoek komen. Luuk geeft zijn kaart aan buurman Piet. ‘Zo, zo heb je die zelf gemaakt? Wat knap!’ Hij leest de tekst voor: ‘Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’ Luuk begint te hakkelen en hij gaat buurman Piet vertellen over het kerstfeest en dat hij vanmorgen zo gehaast was dat hij vergeten was buurman Piet te vertellen dat hij ook mee kon luisteren via de computer. Hij vertelt dat hij de tekst die op de kaart staat, opgezegd heeft. Hij hakkelt ‘het spijt me buurman Piet.’. En hij begint te huilen. Buurman Piet zegt, ‘Niet huilen hoor, dat kan bij iedereen wel eens gebeuren. Ik ga deze mooie kaart naast mijn bed hangen dan heb ik toch wat van het kerstfeest gehoord en kan ik het ook nog lezen.’ ‘Maar wat betekenen deze woorden eigenlijk?’, vraagt buurman Piet. Luuk gaat vertellen dat ze bij het kerstfeest denken dat God Zijn Zoon de Heere Jezus naar deze aarde gezonden heeft. Dat de Heere Jezus geboren wordt uit de maagd, Maria. Hij vertelt dat de Heere Jezus naar deze wereld is gekomen, omdat hij ons nog zalig wil maken. Hij wil onze zonden, al onze verkeerde dingen nog vergeven. Hij is de Zaligmaker. Hij heeft ook de naam Emmanuël gekregen en die naam betekent dat God met ons is. Hij zal altijd met ons zijn, ook als we eenzaam zijn. Buurman Piet zijn gezicht gaat stralen. Hij vraagt: ‘Zal Hij ook bij mij zijn als ik hier in het ziekenhuis ben?’ Papa en Luuk knikken tegelijk. ‘Ja buurman Piet, Hij zal bij u zijn.’ ‘Maar ik ken Hem helemaal niet.’, zegt buurman Piet. Papa knikt en hij zegt: ‘Buurman daar mag u om bidden.’ Samen zitten ze daar rondom het bed van buurman Piet. Papa, Luuk en buurman Piet zitten daar met gevouwen handen. Papa bidt of buurman Piet de Heere Jezus mag leren kennen als zijn Zaligmaker. Hij bidt of de Heere Jezus ook voor buurman Piet op deze aarde gekomen mag zijn. Hij bidt of God met buurman Piet wil zijn ook tijdens de kerstdagen als buurman Piet eenzaam in het ziekenhuis ligt. Als papa ‘amen’ heeft gezegd, straalt het gezicht van buurman Piet. Hij vraagt of ze de volgende keer een Bijbeltje mee willen brengen naar het ziekenhuis. Zo verlaten ze de kamer van buurman Piet en rijden stil naar huis.

Papa gaat op de eerste kerstdag nog naar buurman Piet toe en brengt een Bijbeltje mee. Samen met buurman Piet bidt hij opnieuw of God bij hem wil zijn, ook als buurman Piet eenzaam in het ziekenhuis achterblijft.

Thuis vieren papa, mama en Luuk kerstfeest samen met elkaar. Het is niet een kerst als andere jaren, want steeds moeten ze aan buurman Piet denken die eenzaam in het ziekenhuis ligt. Vanmorgen zijn ze naar de kerk geweest en daar preekte de dominee over de tekst die Luuk had opgezegd. ‘Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’ Nu zitten ze samen aan tafel te eten.
Dan gaat de telefoon. Papa neemt op. Mama en Luuk luisteren stil mee. Papa zegt: ‘trek snel je schoenen en je jas aan. We moeten naar het ziekenhuis, want het gaat niet goed met buurman Piet.’ Papa, mama en Luuk stappen in de auto en rijden zo snel mogelijk naar het ziekenhuis en zoeken buurman Piet op. Zou hij nog leven? Als ze zijn kamer inlopen, lichten zijn ogen even op. Mama vraagt aan buurman Piet hoe het gaat en of hij zich niet alleen voelt. Buurman Piet antwoordt: ‘Ik denk dat ik moet gaan sterven, maar ik voel dat God met ons, met mij is.’ Buurman Piet vraagt of Luuk zijn tekst nog eens wil opzeggen. Het klinkt in de ziekenhuiskamer: ‘Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.’ Dan sluit buurman Piet zijn ogen en het lijkt of hij slaapt, maar hij ademt niet meer. Verdrietig zien papa, mama en Luuk dat buurman Piet gestorven is. Maar ze mogen geloven dat de Heere Jezus ook voor hem naar deze aarde gekomen is. Buurman Piet was niet eenzaam met kerst, God was met hem. Luuk was samen met papa en mama, maar buurman Piet was met God. Met Wie ben jij samen? Of ben je nog alleen? Bidt maar net als buurman Piet of de Heere Jezus ook voor jou op aarde gekomen mag zijn. Bidt maar of God met je wil zijn.